Tenzin Gyatso is geboren als Lhama Dhöndup in 1935 in Tibet. Hij is de veertiende en huidige Dalai Lama, de geestelijk leider van het Tibetaanse boeddhisme. Toen Gyatso drie jaar oud was werd hij opgemerkt als een reïncarnatie van Boeddha. Gyatso werd monnik en bestudeerde de geschriften in kloosterscholen. Toen na de Tweede Wereldoorlog de verhoudingen in Azië veranderden kreeg hij te maken met een harder leven. In 1950 werd de nog jonge Dalai Lama aangemoedigd om de politieke verantwoordelijkheden voor het land en volk op zich te nemen. China had op wrede wijze een einde gemaakt aan het zelfbestuur en de basisvrijheden van Tibet. Waar altijd gesproken en gehandeld was vanuit vredelievendheid en medeleven, werd van Gyatso als spirituele gids gevraagd om politiek actief te worden.

In 1959 sloegen de Chinese bezettingstroepen de opstand van de ongewapende Tibetanen hard en bloedig neer. Toen de generaals verslag uitbrachten aan Mao vroeg hij of ze de Dalai Lama ook gevangen hadden. Die was ontsnapt. Ondertussen gaat de strijd tegen de onderdrukking van het Tibetaanse volk door. In 1959 wordt de Dalai Lama verbannen naar Dharamsala in India.

De wereld inclusief de machtige Chinese Volksrepubliek ontmoette in de Dalai Lama iemand die de gestolen autonomie verdedigde. Als reactie daarop verstevigde Mao zijn wurggreep. In 1985 presenteerde de Dalai Lama zijn Vredesplan in Washington, Verenigde Staten. Het Vredesplan beschreef Tibet als vredeszone, een herstel van de grondrechten en herstel van het zwaar vervuilde milieu. De Dalai Lama ontving in 1989 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn onvermoeibare inzet voor de mensenrechten.